De relatieve snelheid van veranderen

We hebben sinds ruim een week vakantie. We zijn aan het wandelen in Roemenië. Wat is dit nu eigenlijk voor een land? Een wonderlijk land. We zien maar een klein stukje, en bijvoorbeeld Boekarest niet. Schijnt wel van belang te zijn om erbij te zeggen. In Boekarest zitten de boeven, en de Roma, en daar deugt het niet. Zeggen de mensen hier. En in Boekarest is het 41 graden, en daarom ontvluchten de mensen de stad. Ook de minder deugende mensen. Dat wijkt nog niet af van Nederland. Maar verder wel heel veel.
Mooi om te zien hoe snel ontwikkelingen kunnen gaan. Tot december 1989 was Roemenië een communistische dictatuur. Met Ceausescu aan het roer. En zijn vrouw Elena ook denk ik. Die zijn gevlucht toen het hele Oostblok in al dan niet fluwelen beweging kwam. En met kerstmis standrechtelijk geëxecuteerd. Parallel met het midden oosten nu? Ik denk zomaar van wel. Maar goed. Tot 1989 een dictatuur dus. Waarin het veiliger is om je eigen broer of vader aan te geven als hij aan tafel kritisch is over het bewind, dan om dat niet te doen. Waarin elke telefoon permanent afgeluisterd wordt, zelfs als hij op de haak ligt. De dictator had daartoe alle telefoons in het hele land laten vervangen. We kennen het uit films als ‘Das Leben der Anderen’.
En moet je nu kijken: een prachtige mengeling van jaren 50 en nu. De hooiwagens worden door twee paarden getrokken, anders lukt het niet bergop. Om de tien meter laat de knecht de paarden even op adem komen. En in het dorp moet zo’n hooiwagen uitwijken voor een hagelnieuwe BMW 5 serie. Of zelfs een Porsche 944 in een enkel geval.
We waren eerst in Brasov. Daar was een manifestatie aan de gang rond een referendum dat op 29 juli gaat plaatsvinden met als doel de president af te zetten. 23 jaar later, na de dictatuur waarin broers elkaar aangaven vanwege rare dingen zeggen aan tafel dus, hè?!
Vanaf Brasov (een stad ter grootte van Den Haag) gingen we elke dag verder het platteland in. Na Bran (waar het zogenaamde kasteel van Dracula staat) is er geen asfalt meer. De hoofdweg is dan een met brokken steen verharde weg. Steeds meer paard en wagen, vrouwen die de hooimijt optuigen terwijl de man het hooi van de wagen op de mijt gooit. Volgens een strikte taakverdeling: mannen zeisen, vrouwen keren. Mannen gooien op de hoop, vrouwen bouwen de mijt. 38 graden of niet. Herders met kuddes schapen, inclusief honden met gebruiksaanwijzing (blijf staan tot de herder de honden fluit, of wordt verslonden). Een enkele herderin, dat wel. Verder ook mannen die met kleine groepjes koeien dwars over de berg trekken. Soms met een paar varkens er ook bij. Waar wij bergschoenen en rugzakken en stokken bij nodig hebben, doen zij op rubberlaarzen met een stuk of tien koeien erbij. Gisteren zag ik zo’n boer met twee emmers melk van de berg komen. Dat was de opbrengst van die dag. Kun je daarvan leven?
In zo’n klein dorpje is de communistische winkel nog open. Het dak lekt, tralies voor de ramen ter beveiliging, maar het is een winkel. Mannen voetballen op straat, er rijden wat mensen het dorp in en uit. In oude Dacia’s, en ook in nieuwe moderne auto’s. Gisteren zag ik er een in een Range Rover, zonder kenteken. Toen hij voorbij was zag ik dat hij wel een Brits kenteken achterop had. Huh? We waren twee dagen in Magura, vlakbij nationaal park inclusief mooie kloof. En dan is er toerisme. Nou ja, een beetje. Wat borden alleen in t Roemeens, een paar gemarkeerde routes, met steun van de EU. Waar dit land sinds 2007 lid van is. De pensionhouder hier is een leuke man van een jaar of 30 met een hoogzwangere vrouw. Hij had er wat moeite mee dat er steeds meer toeristen uit Israël komen omdat het hier zo goedkoop is. Maar wel fijn dat er gasten zijn. De Roemeense gasten komen ook, maar koken zelf, en daar is weer veel minder aan te verdienen.

Die contrasten maken het leuk, charmant, interessant. Pensionhouders zijn enorm druk om het de buitenlandse gasten naar de zin te maken. En op straat zie je mensen die je niet groeten. Dat niet durven, lijkt het als je hun wat schichtige blik ziet. Een land met voor en na. Voor vrijheid, ondernemerszin, concurrentie, buitenlandse gasten, en daarna. Inclusief de moeite die het kost om om te schakelen. Boeiend om te zien. We blijven nog even.

Uitsluitend insluiten

Wat hadden we een hoop om over na te denken deze week. Ik ben zelf nogal bezig geweest met de hele discussie rond de dodenherdenking. Het begon voor mij met het gedicht van die jongen van 15, Siebe Dirk, die het had over een oom die destijds op jonge leeftijd een achteraf verkeerd gebleken keuze maakte. ‘Met de kennis van nu’ zeggen we dan. Ik vond het een prachtig gedicht, vooral door de insteek dat ook goede mensen foute keuzes kunnen maken. Dat mag inmiddels wel voor waar aangenomen worden, als je kijkt naar alle onderzoeken die daarnaar gedaan zijn. Gewone mensen zoals jij en ik die in een experiment aan proefpersonen zoveel stroom toedienen dat het dodelijk is. Dat op dat moment te weten, en het toch doen onder druk van de deskundigen die deel uit maken van het experiment. Dus: weten wat je doet, dat het eigenlijk niet ok is, en het desondanks doen. En nu terug naar Siebe Dirk. Hij scheen arm te zijn, en hongerig, en maakte de keuze om voor de Duitsers aan het Oostfront te gaan vechten. Uit onmacht, of onwetendheid, of om iets te doen? Maar om zich bij de vijand te voegen? Bewust? Ik denk het niet. In veel van de films die ik zag over WOII zie je gewone mensen die verkeerde keuzes maken. Met de kennis van nu. Nergens zijn zoveel joden met zo weinig Duitse bemoeienis weggevoerd als in Amsterdam. In The pianist zie je hoe de Joodse Raad er wat van probeert te maken. Hopeloos, kun je dan zeggen. Met de kennis van nu. Maar dat is makkelijk.

Op Twitter zag ik ook berichten van mensen die zeggen dat een oorlog alleen slachtoffers kent. Ook de beulen, die op een of andere manier tot hun weerzinwekkende daden kwamen. Ziek, of gek geworden. Maar ook slachtoffer van het systeem waarvan ze deel uit maken? Als je slachtoffer bent van zo iemand is dat niet te verteren, dat snap ik. En toch komen we met uitsluiten van daders, en zelfs hun kinderen en kleinkinderen, niet verder. En al helemaal niet als we dat achter vliegtuigjes hangen op de dag van de dodenherdenking. Herdenken = niet vergeten. Maar vergeven kan misschien al wel een beetje. Zeker de nabestaanden van de daders. Die hebben niks gekozen, tenslotte.