De onvoorspelbare leider is de onbetrouwbare leider (Rens in Vader en Zoon in Dialoog #5)

Hé Oldie,

Een nieuwe week, een nieuwe blog. Na je laatste blog had ik veel tijd om na te denken over jouw woorden, omdat ik met mijn voet omhoog op de bank lag. In mijn lappenmand had ik ook meer tijd dan normaal om het nieuws te volgen. En via de gele hesjes in Frankrijk kom ik al snel op de Nederlandse variant hiervan; en ja, daar vind ik wat van. Maar daarover later meer.

Om direct antwoord te geven op je vraag over of ik opstand heb meegemaakt: In het begin van mijn carrière heb ik inderdaad een (keurige) opstand ontlokt. In een traject van reorganiseren was de combinatie van mijn gebrek aan ervaring en mijn drive doelen te realiseren de figuurlijke druppel voor een aantal mensen en werd ik, geheel terecht overigens, stevig aangepakt en aan de tand gevoeld. Op het moment leerzaam, maar ook zeker pijnlijk voor iemand met zo’n oranje waardesysteem als ik. Zonder wrijving geen glans, zullen we maar zeggen.

Ook was er opmerkelijk nieuws uit jouw thuisland deze week. Terwijl het parlement zich boog over de voorgestelde maatregelen (waaronder de gehate brandstofprijzen), besloot de grote leider 100 meter verderop de maatregel tot 2020 op de lange baan te schuiven. Los van de inhoud kan ik hier op twee manieren naar kijken. Aan de ene kant zou je kunnen stellen dat een goede leider luistert naar zijn ondergeschikten. Anderzijds doet hij nu iets totaal onverwachts en dat maakt Macron onvoorspelbaar. Voorspelbaarheid leidt in mijn ogen tot vertrouwen of sterker nog, maar is onvoorspelbaar dan ook gelijk aan onbetrouwbaar?

De willoze ‘slachtofferhouding’ is mij inderdaad een doorn in het oog. Begrijp me overigens niet verkeerd; als je wel wil, maar niet kan, dan moet je de hulp krijgen. Maar als je niet wil en je toch gedraagt als slachtoffer houdt het snel op. En voor mijn gevoel zijn het vaak diegenen die vervolgens opstaan voor hun rechten. Zonder te willen generaliseren (maar stiekem doe ik het toch een beetje); moet of mag iedereen dan maar de straat opgaan als iets niet bevalt?

Ik zie allerlei initiatieven in Nederland à la de gele hesjes in Frankrijk om de straat op te gaan om te protesteren tegen…. Tja, tegen wat eigenlijk? Tegen het onrecht dat hen wordt aangedaan of vóór zwarte piet of tegen het kabinet; de mogelijkheden zijn eigenlijk eindeloos. Een hesje is de gemene deler. Ik vind het niks, maar misschien is de protestgeneratie echt te ver voor mijn tijd. Hoe kijk jij er tegenaan? Ben jij van eigenlijk van die generatie en bemoeide jij je begin jaren ’80 met de strijd tegen kernwapens?

Ik zag dat er dit weekend in heel Nederland gele-hesjes-gezelligheid is aangekondigd. Een van de voordelen van mijn plek op de bank is dat ik daar in ieder geval niet heen hoef.

Tot volgende week!

De bazige baas krijgt de opstand die hij verdient. (Charles in Vader en Zoon in Dialoog #4)

Ha Rens,

De erfelijkheid van persoonlijke kernwaarden, bestaat dat?Dat was jouw vraag in je laatste blog. En jouw kernwaarde benoemde je als ‘Doe wat je zegt, zeg wat je doet’. Transparantie, zou je kunnen zeggen. En je voegde daaraan toe: loyaal, punctueel en direct. Mooie eigenschappen vind ik, en je kunt er een eind mee komen. En ik herken ze, net als de doorgeschoten vorm, waarin er drie keer ‘te’ voor komt te staan. Je kunt nu eenmaal niet overal loyaal zijn, dat leidt tot loyaliteitsconflicten en rolspanning. Te loyaal aan je werk betekent -als je niet uitkijkt- te weinig loyaal aan je privé-omgeving. En van het omgekeerde komt ook snel gedoe. Als je er zo naar kijkt heeft zo’n houding waar jij moeite mee hebt -die van ‘het leven overkomt me, ik ben slechts willoos slachtoffer’- wel iets lekker rustigs. Immers: loyaliteit leidt tot verantwoordelijkheid nemen, en daarmee verantwoordelijkheid dragen voor je keuzes. En daarop aangesproken kunnen worden.

De passieve alles-overkomt-me-mens heeft daar geen last van.Alles ligt altijd aan omstandigheden of andere mensen. Mocht die optie je toch aanspreken: helaas. Die komt is ons DNA niet voor, al generaties niet.

Vervolgens snijd je hiërarchie aan als thema.Ik kan er op twee manieren naar kijken. Neutraal, zeg maar waardevrij: ordening. Niks aan de hand. Maar, doorgaans wordt het ordening in de zin van hoger en lager, meer en minder zeggenschap, meer en minder macht. En dan wordt het anders. Ik maak deze dagen een mooi staaltje daarvan mee. Frankrijk is nogal hiërarchisch. Voorbeeld: als we hier metselaars over de vloer hebben voor een klus, en we willen iets overleggen wat we toch anders willen dan voorzien, dan is het antwoord steevast ‘Overleg dat maar met de patron.’ En als de patron zegt dat we links gaan, dan gaan we links.

Als de patron te veel spatjes krijgt dan gaan we met z’n allen staken of we gaan naar een andere patron. Ook in het groot, op landelijk niveau. Lees voor ‘patron’ in dit geval ‘Macron’. Hij is de baas en mag van alles, tot ‘het volk’ er genoeg van heeft, dan komen ze in opstand. Want het volk is er niet voor de president, maar andersom. Dat dát wel even duidelijk blijft. Ik denk: een grappig en interessant verschil met Nederland. Daar blijven we overleggen tot we eruit zijn. Kan jaren duren, denk aan het pensioenakkoord.

Dat is leuk aan hiërarchie: er is ordening en dat geeft overzicht (spreekt jou vast aan). En als ‘boven’ zich wat teveel gaat verbeelden, dan draaien we de rollen om en wordt boven beneden, en omgekeerd; de omgekeerde hiërarchie.

Wat mij betreft is het zijn of hebben van een baas best handig. Iemand die knopen kan doorhakken, de richting vasthoudt, dat soort zaken. Zelfsturing is best ingewikkeld voor veel mensen. Zolang de baas de medewerkers in hun waarde laat, prima. Als het een dictatortje wordt, dan hoop ik op opstand. En geen slachtoffergedrag, want daar hou ik niet van, net als jij.

Heb jij al opstand meegemaakt, hoe beschaafd vormgegeven ook?

Talk the talk, walk the walk – over hiërarchie (Rens in Vader en Zoon in dialoog #3)

Ha Char,

Vanaf dat ik vorige week je blog las ben ik natuurlijk gaan nadenken over mijn kernwaarden. Hoe langer ik erover nadenk hoe minder scherp ik het eigenlijk heb. Natuurlijk weet ik wat ik ‘waardevol’ vind en wat voor mij ‘normaal’ is. En daarmee ben ik al een heel eind richting mijn kernwaarden. Probleem zit echter in het kiezen. Less is more! Niet voor niets zijn de kernwaarden van de organisaties die jij koos kort en krachtig, zodat het goed te onthouden is. Het zal je niet verbazen dat ik ze allemaal herkende (een beetje van mezelf en een beetje van Google). Een fijne trip down memory lane.

Als ik dan toch zou moeten kiezen dan kom ik uit bij een tweetal elementen die voor mij belangrijk zijn. Ten eerste; doe wat je zegt en zeg wat je doet, of om het populair te zeggen: ‘talk the talk, walk the walk’. Hierin zit een hele hoop van mij. Zowel positieve dingen (loyaal, punctueel, direct) als de meer negatieve dingen (te loyaal, te punctueel en te direct). Een tweede kernwaarde is dat ik geloof in dat het leven, in principe, maakbaar is voor ieder individu. Een persoon die zich gedraagt alsof het leven hem/haar overkomt vind ik erg lastig om mee om te gaan. Gekscherend; iemand die ergens zijn fiets parkeert, naar binnen loopt, achter zijn/haar bureau gaat zitten. Dat diegene vervolgens acht uur later waar naar buiten loopt en dat hem of haar van alles is ‘overkomen’. Vervolgens komt hij/zij thuis en noemt hij en dit hele gebeuren samengevat: werk. Natuurlijk is dit overdreven, maar je hebt wel een idee wat ik bedoel, toch?

Zijn in mijn kernwaarden nog wat genetische dingen geslopen die jij bij jezelf (her)kent?

Leuke reacties kreeg ik zowel off- en online over kernwaarden en het (gebrek aan) nut ervan. Al pratende met een aantal mensen kwam het thema hiërarchie ter sprake. Nog zoiets waar ik regelmatig over nadenk en in mijn werk tegenkom.

Over vroeger was alles beter gesproken: ver voor de eeuwwisseling was het gebruikelijk dat de afdelingschef op een plateau op de werkvloer zat. Letterlijk en figuurlijk verheven boven de rest. Nog steeds is in veel organisaties de bovenste verdieping, of, de hoogst beschikbare verdieping gereserveerd voor de directie of (senior) management van een bedrijf. De ivoren toren, hoog in de boom; enfin je kent het wel.

Ik denk dat de tijd dat we onze toegevoegde waarde afmaten aan de positie in de pikorde ver achter ons ligt. Sterker nog; voor mijn generatie speelt hiërarchie überhaupt nauwelijks een rol van betekenis. ‘Wij’ kijken toch vooral naar wat je daadwerkelijke toegevoegde waarde is. De afstand tussen het management en, oneerbiedig, werkvloer wordt hierdoor steeds kleiner (en terecht!). Om die reden ben ik al langer bezig om mijn omgeving aan te leren dat zogenaamde ‘medewerkers’ gewoon collega’s zijn en je ze ook zo mag noemen.

Of zegt mijn weerstand tegen het woord ‘medewerkers’ nou meer over mijzelf… Wat vind jij de pros & cons aan strakke hiërarchische verhoudingen of juist het loslaten ervan?

Tot volgende week!